Na twee jaar therapie was het de eenzame ploeteraar eindelijk gelukt het knopje om te draaien. Hij gaat vijf keer per week naar de sportschool waar hij zijn depressieve gedachten op nul kan zetten en naar de cijfers op de fitnesapparaten kijkt. Het tellen geeft rust. Heel langzaam leert hij het eeuwige negatieve commentaar van zijn zelf-criticus te negeren. En toen kwam de laatste persconferentie…
Tijdens mijn wandeltocht gisteren was het druk op de polderwegen. Mensen groeten vriendelijk. Het gros van Nederland heeft alweer moed verzameld om door te gaan. Maar ik vrees de dag van morgen waarin ik als psychotherapeut tegenover de minder fortuinlijke mensen van onze maatschappij zit. Zij hebben vaak een gebrekkig sociaal vangnet en weinig ruimte om tegenslagen te incasseren.
Voor het eerst in deze hele pandemie twijfel ik aan de koers van ons landsbestuur. Zijn de gevolgen van deze nieuwe lockdown niet schadelijker dan de omikron-variant? En hoeveel offers kan je vragen van fysiek gezonde mensen? Als bovengenoemde jongeman niet meer naar de sportschool kan, sta ik niet in voor zijn volgende beslissing. Dit zijn de mensen die de achterdeur altijd op een kier houden.
Depressie, angsten, achterstanden bij scholieren en een groeiend aantal mensen met overgewicht; iedere lockdown heeft impact op de mentale gezondheid van de mensen die tot stilstand worden gedwongen. Natuurlijk begrijp ik dat Nederland dit keer de ellende in de zorg voor wil zijn, maar ergens knaagt het. Is het middel niet erger dan de kwaal? Hoe bereken je de kosten van de psychische ellende?
Overmorgen zie ik de jongeman weer. Hoop ik. En dan? Het voelt alsof ik met lege handen sta. Geen idee wat ik tegen hem en andere gedesillusioneerde cliënten moet zeggen deze week. Het zal een mix zijn van erkenning, empathie en veel ruimte geven om te klagen. En toch maar weer hoop zaaien dat ooit deze idiote toestand achter ons ligt en we weer gewoon depressies kunnen behandelen met activering, gedragsverandering en het aangaan van sociaal contact.