Iedere zorgprofessional wordt in zijn of haar opleiding gewezen op de professionele afstand tussen henzelf en de zorgvrager. Ik heb daar altijd zo mijn vraagtekens bij gehad. Professionele afstand leidt vaak tot gekunstelde vormen en afspraken om zorgvragers op afstand te houden en doet geen recht aan de medemenselijke wederkerigheid waar het volgens mij om gaat. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat zorgprofessionals meegezogen worden in de problematiek van hun zorgvragers. Toch is het goed om het eigenaarschap van de ervaren problemen te laten waar ze horen.
Toen ik deze week een jonge vrouw met een eetstoornis sprak en de wanhoop zag waar zij in vast zat, deed me dat zeer. Het riep onmacht bij me op toen ik het enorme verdriet zag, waar even geen andere oplossing voor was dan het te leren verdragen en een weg te vinden om het uit te houden met dat wat zo zeer doet.
Professionele nabijheid is een term die al wat langer bestaat. Het kreeg door alle afstand vanwege de corona maatregelen meer betekenis voor me. Ondanks de gedwongen fysieke afstand, probeer ik degenen die ik spreek nabij te zijn, voel ik mee in het verdriet en probeer ik daarbij aanwezig te blijven zonder de intentie iets op te willen lossen. Het heeft ook wel iets helends, merkte ik van de week toen, na de intense huilbui, opluchting ontstond om dat wat ze losliet. Ze zag waar ze in vast zat en ervoer dat, na een fase van onmacht, er ook weer ruimte kan ontstaan voor andere gedachten en andere gevoelens.
Ik zie dat professioneel nabij zijn een vorm van zorg verlenen is, waarbij de zorgvrager eigenaar blijft van de ervaren problemen en deze, als ze eenmaal doorleeft zijn, vanuit een ander perspectief kan bekijken. Het brengt een extra laag in de professionele relatie met zich mee en doet, op een gezonde manier, aanspraak op die medemenselijke wederkerigheid die voor mij zo belangrijk is.