Het is de week van de gelijke kansen. Kansenongelijkheid van kinderen lijkt steeds meer toe te nemen. Ook in Nederland. Â In India hebben we al 17 jaar het project Toe to Heart (Teen tot Hart) Â waarvan het motto luidt: Onze kinderen beschermen en ze de kans geven te groeien. Positieve aandacht (hart) en een beetje materie (teen) is voldoende. De rest doen ze liever zelf. Mijn ervaring is dat dit vaak voldoende is maar dan wel voor lange tijd. Een steuntje in de rug maar dan wel structureel is vaak alles wat kinderen nodig hebben. Een andere ervaring is dat alleen het kind helpen niet voldoende is. Je moet ook de ouders op een of andere manier helpen want ook al heeft het kind zelf kansen gekregen, keuzes worden vaak toch bepaald door de toestand van de ouders. Korte termijn denken neemt dan de overhand. Niet doorstuderen of de studie niet afmaken omdat de toestand thuis (financieel) te schrijnend is.
Spontaan initiatief
Iemand stuurde mij een artikel uit het AD: ‘Duwtje in de rug voor kansarme kinderen’. Een vijftal organisaties in Nederland werkt samen om kansarme kinderen het vertrouwen en (sociale) vaardigheden te geven die ze niet van hun ouders hebben gekregen. Bijvoorbeeld hoe te argumenteren en luisteren. Een fantastisch initiatief. Op het eind van het artikel blijkt echter dat dit een min of meer spontaan initiatief is en dat er niet echt een overheidsbeleid achter zit. De organisaties geven zelf aan dat ze meer hulp zouden kunnen krijgen van de overheid: ‘De overheid kan actiever sturen op kansenongelijkheid en ook een vast basisbudget voor aanvullende onderwijs vrijmaken. Nu sprokkelen we steeds voor een paar jaar wat geld bijeen en moeten daarna weer opnieuw beginnen.’
Minister van samenleving
Mijn ervaring is dat er structureel hulp nodig om een kansarm kind goed te helpen. Vaak wel tien jaar lang en daarnaast is er een goed contact met de ouders nodig. Ik wil nu niet zeggen dat allemaal instanties op zo’n gezin moeten springen. Integendeel. Nu de formatie nog steeds voortduurt haal ik mijn stokpaardje maar weer eens van stal. In Nederland is er naar mijn mening,  behoefte aan een soort van Minister van Samenleving die voor een nieuw beleid en nieuwe cultuur zorgt waarin mensen weer als vanzelfsprekend om andere mensen heen gaan staan en de helpende hand bieden. Er is, zo blijkt uit de onmacht van de instanties, veel behoefte aan hulp door dit soort van primitief burgerschap van gelijkwaardigheid en wederkerigheid. Met de gemeenteraadsverkiezingen op komst zou ook lokaal naar dit soort mensen, die lokaal deze cultuurverandering kunnen bewerkstelligen, kunnen worden gezocht. In alle opzichten moet primitief, in de zin van puur en eenvoudig, samenleven, weer ‘cool’ worden. Het klimaat en kansarme kinderen vragen erom.