Ludiek toekomstscenario ouderenzorg. Bedoeld als waarschuwing.
“Ik hoop dat ik nooit gelijk zal krijgen, maar gerust ben ik er niet op.” In zijn nieuwste boek Ouderenzorg. Eindstation Methusalem schetst auteur Rob Kerkhoven een ludiek toekomstscenario, waarin ouderen maximaal 85 jaar mogen worden. Dat is zo bepaald in de Wet algemene begeleiding levenseinde ouderen (Wablo). 85-plussers worden in een levenseindeverblijf naar hun dood begeleid: eindstation Methusalem. Hoe het er daar aan toe gaat en wat er precies gebeurt, mag de lezer zelf invullen. Er lijkt een regime te bestaan dat doet denken aan de oorlogsjaren in Nederland. Een van controle, verzet en verraad. “Via afschrikwekkende voorbeelden wil ik mijn boodschap versterken. Auschwitz is immers nooit ver weg.”
‘Lachend Tachtig’
“Ik wilde een verhaal maken dat past in de actuele situatie en mogelijkheden van onze huidige staatsinrichting.” Het eerste zaadje voor zijn nieuwste boek werd bij historicus Kerkhoven geplant toen GroenLinks in april 2018 de nota ‘Lachend Tachtig’ presenteerde. Voor het eerst werd publiekelijk de vraag gesteld of je 80-plussers wel eindeloos moet doorbehandelen, gezien de toename van het aantal ouderen en daarmee ook de kosten. Die nota zorgde voor veel ophef en maatschappelijke discussie. Een discussie die tot op de dag van vandaag gevoerd wordt. “Dit alles bleef door mijn hoofd spoken. Al schrijvend kwam ik op het idee van de wet en het verplicht melden bij een levenseindeverblijf.“
Levenseindeverblijf
In Kerkhovens boek volgen we hoofdpersoon Tom Groenhoff, die 85 jaar wordt tegen de achtergrond van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in de ouderenzorg vanaf nu tot het jaar 2041. Volgens een nieuwe wet moet Groenhoff zich melden bij een levenseindeverblijf. Daar voelt hij niets voor en duikt onder. Een jaar lang weet hij de dans te ontspringen, maar in 2041 loopt hij door een stommiteit tegen de lamp en belandt in een levenseindeverblijf met de illustere naam Methusalem.
Nijpende situaties
“Ja, ik maak mij zorgen over hoe wij met onze ouderen omgaan. Mensen moeten en willen langer thuis wonen. De bejaardenhuizen van vroeger zijn verdwenen en het aantal verzorgingshuizen neemt af. Ouderen die zorg nodig hebben, moeten dat veelal zelf organiseren. Vooral voor mensen die minder ruim bij kas zijn of een beperkt sociaal netwerk hebben, levert dat nijpende situaties op.” Toch hoopt de historicus dat Nederland waakt voor zijn sociale samenhang en dat zijn scenario geen waarheid wordt.
Woongroepen
Van dichtbij ervaart Kerkhoven ook persoonlijk welke knelpunten het huidige beleid voor ouderen oplevert. “Mijn schoonmoeder van 87 jaar woont zelfstandig en kan zich gelukkig nog steeds redelijk redden. Maar bij een overbuurvrouw van dezelfde leeftijd, die helaas minder vitaal is, zie ik het tegenovergestelde gebeuren.” Kerkhoven (1951) behoort tot de generatie babyboomers. Zelf hoopt hij vooral zo lang mogelijk geestelijk gezond te blijven. Nieuwe woonvormen zoals de woongroepen van senioren die naar elkaar omkijken, spreken hem aan.
Over de auteur
Rob Kerkhoven (1951) werd geboren in Utrecht en groeide op in de Achterhoek. Na het gymnasium studeerde hij geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Na 25 jaar werken als leraar geschiedenis hield hij het onderwijs voor gezien. Hij ontdekte de liefde voor het schrijven toen hij columns ging schrijven voor de Leeuwarder Courant en Heerenveense Courant. Daarnaast werkte hij als adviseur bij het Centrum voor Internationale Samenwerking in Lelystad. In 2006 debuteerde hij met ‘Vorden, van twaalf bakkers naar drie’, over het verdwijnen van de middenstand in het dorp waar hij opgroeide. Dat debuut werd in 2008 gevolgd door ‘Tweeëntwintig Kerels’, een boek met elf voetbalverhalen. In 2017 kwam het autobiografisch getinte ‘Mijn Elfhuizentocht, 1951-2016’ uit. En nu verschijnt ‘Ouderenzorg. Eindstation Methusalem’.
Tekst: May-lisa de Laat, DeLaat Communicatie