‘Werken aan teksten is als werken in een tuin’, aldus onderwijspsychologe, schrijfster en docent creatief schrijven Miriam Janssen. Onlangs publiceerde zij de oogst aan ervaringen opgedaan in 30 jaar werken als schrijfdocent. Haar boek kreeg de intrigerende titel Zaaien in de talentuin.
‘Het woord ‘talentuin’ kwam in mijn hoofd tijdens de terugreis op mijn ligfiets van werk naar huis. Ik dacht in die tijd veel na over mijn baan bij een organisatie waar ik mij niet meer helemaal thuis voelde. Hoe moest ik dit volhouden? Wat wilde ik eigenlijk? Ik voerde als het ware een gesprek met mijzelf: ‘Een talentuin, wat is dat? Dat is jouw bedrijf. Bedrijf? Ik heb helemaal geen bedrijf…’ Langzaam rijpte het idee voor de TalenTuin.’
‘Anderen inspireren bij het lesgeven en schrijven’
Niet geheel toevallig is tuinieren iets wat Miriam altijd graag heeft gedaan. Zaaien, schoffelen, harken in een stukje natuur heeft veel overeenkomsten met het schrijfproces, zo ontdekte Miriam. ‘De combinatie van vrijheid en structuur komt in beide gevallen terug. Ik zaai graag schrijfplezier en inspiratie bij mijn cursisten. Zodra de eerste regels geschreven zijn, komt het liefdevol begieten en opbinden, wachten, snoeien en wieden. Zo begeleid ik ze naar een verhaal of gedicht dat er wezen mag, omdat het precies dát vertelt wat de schrijfster of schrijver te zeggen heeft. In een veilige en vrolijke omgeving daag ik kleine en grotere schrijvers uit om hun grenzen te verleggen. Samen op avontuur in de TalenTuin dus.’
Vrijheid en structuur
Als begeleider volgt Miriam zo veel mogelijk het creatief proces van haar cursisten. In Zaaien in de TalenTuin beschrijft ze het piramidevormig model waarmee ze werkt. ‘Het is belangrijk om onderaan en breed te beginnen, in alle vrijheid en op basis van intuïtie te associëren, fantaseren en indrukken te verzamelen. Alles is goed. Daaruit maak je vervolgens een eerste kladversie van je tekst. Ik wil mensen het vertrouwen geven dat ze creatiever zijn dan ze vaak denken. Soms zonder te weten waar het naartoe gaat. Cursisten zijn steeds weer verbaasd hoe de fraaiste zinnen, ideeën of constructies ontstaan. Die verbazing opwekken, is eigenlijk het leukste van mijn werk. Mensen laten nadenken over de vele mogelijkheden die er zijn om te zeggen wat ze willen zeggen.’ Pas daarna werken we toe naar een eindversie van de tekst en wordt de schrijver als het ware ook lezer. In die fase is het belangrijk om na te gaan of de geschreven tekst een lezer zal aanspreken. ‘Op school hebben we geleerd om andersom te werken, bovenin de piramide te beginnen dus, en te schrijven vanuit de opdrachtgever of de lezer. Zo jammer, want dat gaat ten koste van je fantasie, durf en creativiteit.’
Miriam: ‘Mijn boek heb ik geschreven op basis van bestaande korte blogteksten op mijn website. Die teksten maakte en maak ik nog steeds als ik enthousiast thuiskom na een les of andere activiteit. Daar gebeuren vaak de mooiste dingen. Ik moet er dan gewoon direct iets over opschrijven. Bovendien kreeg ik steeds meer het idee om al deze ervaringen van 30 jaar werken als schrijfdocent te bundelen en vooral ook te delen. Ik wil er graag andere schrijvers en docenten mee inspireren. Tegelijkertijd zie ik dit boek ook als een afsluiting van mijn carrière.’ Zaaien in de TalenTuin bevat naast alle ervaringen ook veel tips. Die zijn online te vinden via een QR-code achterin het boek en verwijzen naar bepaalde hoofdstukken.
Een mooier vak kan ik niet bedenken
‘Schrijven zit in mijn bloed. Ik kan niet zonder. Wel heb ik enkele activiteiten die mij het meeste energie kosten nu afgesloten. Ik ga bijvoorbeeld niet meer ver weg om een cursus te geven aan een groep jonge kinderen.’ Schrijftrainingen op locatie en de zomerse retraites voor volwassenen verzorgt Miriam nog steeds graag. Net als de schrijverswerkplaatsen voor gevorderden, mensen die verder willen met hun teksten en een stok achter de deur nodig hebben. Veel cursisten die zich daarvoor inschrijven zijn inmiddels bekenden geworden omdat ze vaker lessen bij Miriam volgden. ‘Het is fijn om deze schrijvers in hun ontwikkeling te zien groeien en ze te blijven inspireren. Als je wilt schrijven, is het altijd de kunst om die inspiratie een kans te geven. Dat kan door goed om je heen te kijken. Er is zoveel inspiratie vlakbij. Neem er de tijd voor, stel je open en laat je geest wapperen in de stilte die dan ontstaat. Buiten in de natuur, thuis op de bank of tijdens een treinreis als je staart naar alles wat aan je voorbij raast. Zeker weten dat het dan gaat borrelen en stromen. Bij iedereen.’
Eens een schrijver…
Zelf ontdekte Miriam de liefde voor taal, tekst en schrijven al op jonge leeftijd. ‘Ik heb het geluk gehad om in een talig milieu op te groeien. Er stond bij ons thuis een grote boekenkast en mijn moeder was altijd creatief bezig met taal. Toen we nog klein waren, vertelde ze ons zelf verzonnen verhaaltjes. Voor mij was het vanzelfsprekend om dingen die mij raakten op te schrijven. Tijdens een cursus ‘schrijven voor de omroep’ bewerkte mijn moeder mijn verhaal over de kabouters ‘Wippertje en Wappertje’ tot een hoorspel.’ Miriam was acht jaar toen ze over de avonturen van de kabouters schreef. Een jaar later was haar eerste ‘roman’ op de radio als hoorspel te beluisteren.
‘Lange tijd maakte ik vooral nuttige teksten, zoals de opstellen op school. Die moesten vooral aan de geleerde regels voldoen en binnen de lijntjes kleuren. Gelukkig was er op de middelbare school één leraar Nederlands die mijn liefde voor verhalen en gedichten herkende en waardeerde. En veel later, na mijn studietijd, ontdekte ik het creatief schrijven. Wat een rijkdom! Mijn eerste docent, toen nog in Groningen, stimuleerde de schrijfster en schrijfdocent in mij. En van anderen daarna leerde ik te durven en hoe woorden kunnen zingen. Nog steeds neem ik deel in een schrijfgroep waarin we elkaars teksten lezen en feedback geven. Inmiddels ben ik zelf 30 jaar schrijfdocent en mogen anderen de vruchten van mijn oogst plukken.’