.st0{fill:#FFFFFF;}

Eindstation 

 10 april 2020

  • minuten leestijd 

Blog

Rob Kerkhoven

Auteur


Rob Kerkhoven (1951) werd geboren in Utrecht en groeide op in de Achterhoek. Na het gymnasium studeerde hij geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Na 25 jaar werken als leraar geschiedenis hield hij het onderwijs voor gezien. Hij ontdekte de liefde voor het schrijven toen hij columns ging schrijven voor de Leeuwarder Courant en Heerenveense Courant. Daarnaast werkte hij als adviseur bij het Centrum voor Internationale Samenwerking in Lelystad. In 2006 debuteerde hij met ‘Vorden, van twaalf bakkers naar drie’, over het verdwijnen van de  middenstand in het dorp waar hij opgroeide. Dat debuut werd in 2008 gevolgd door ‘Tweeëntwintig Kerels’, een boek met elf voetbalverhalen. In 2017 kwam het autobiografisch getinte ‘Mijn Elfhuizentocht, 1951-2016’ uit. En nu verschijnt ‘Ouderenzorg. Eindstation Methusalem’.

Eindstation

In het voorjaar van 2038 wordt de nieuwe Wet Ouderenzorg – voluit WABLO, Wet Algemene Begeleiding Levenseinde Ouderen – aangenomen. Ja, u leest het goed: 2038. Vrijwel iedereen was er van doordrongen geraakt dat er iets moest gebeuren met de almaar hogere en vooral ook bredere bejaardenberg: te veel mensen werden te oud. In de loop van de jaren ’30 rijpte het plan om hoogbejaarden in een levenseindeverblijf bijeen te brengen teneinde hen daar op een waardige manier op hun dood voor te bereiden. Of was er wellicht doodgewoon sprake van een ijzingwekkend plan om hoogbejaarden te ‘ruimen´?


Al in 2018/2019 laaiden de discussies rond ethische kwesties in de zorg hoog op. Moest er niet er beter gekeken worden naar het nut van operaties bij mensen op (hoge) leeftijd mede gelet op het onder controle houden van de zorgkosten. Moest je wel eindeloos doorbehandelen? En wie ging er vóór: de pas geboren baby met een aantal afwijkingen die weliswaar behandelbaar waren maar ten koste van enorme bedragen, óf de topfitte hoogbejaarde die altijd gezond geleefd had maar nu door een ongeval de nodige langdurige en vooral ook kostbare zorg nodig had. Gingen we nog dure behandelingen loslaten op de fervente roker die op z’n vijftigste longkanker had gekregen die weliswaar wellicht te genezen was, maar alleen met peperdure medicijnen? Nee, dat moesten we maar niet doen vonden velen. Ja maar, hij was wel vader van vijf kinderen én kostwinner, vonden óók heel velen. De discussies waren heftig, maar een oplossing kwam er niet. In de jaren ’20 liepen de zorgkosten allengs gevaarlijk hoog op. Die almaar oplopende zorgkosten moesten bovendien opgebracht worden door een relatief afnemende groep werkenden. De noodklok werd geluid. De ‘oplossing’ kwam uiteindelijk in 1938 via de WABLO, vooral ook omdat één partij, ONB (Ons Nederlands Belang), het in de tweede helft van de jaren dertig vrijwel alleen voor het zeggen kreeg.


Hoofdpersoon van mijn verhaal is oud-wiskundeleraar Tom Groenhoff. Hij bereikte in 2040 de allengs minder gezegende leeftijd van 85 jaar. Op ingenieuze wijze wist hij de dans een jaar lang te ontspringen, maar liep in 2041 bij toeval tegen de lamp. Hij belandde in een levenseindeverblijf met de illustere naam Methusalem. Hij wordt er ontvangen door ambtenaar A5.

“Of was er sprake van een ijzingwekkend plan om hoogbejaarden te 'ruimen'?”

Ouderenzorg. Eindstation Methusalem

Ouderenzorg. Eindstation Methusalem

 Een speels toekomstscenario, waarin ouderen maximaal 85 jaar mogen worden. Dat is zo bepaald in de Wet algemene begeleiding levenseinde ouderen (Wablo). 85-plussers worden in een levenseindeverblijf naar hun dood begeleid: eindstation Methusalem.

>