Voorlezen aan kinderen geeft de mogelijkheid om herkenbare situaties uit het dagelijkse leven met hen te bespreken. Veel bestaande voorleesboeken sluiten hierbij goed aan bij de belevingswereld van de 4-7 jarigen. Het boek van Marja Knegt, Een klas vol glas beschrijft de belevingswereld vanuit een kind met een (visuele) beperking.
Marja Knegt
Auteur Marja Knegt werkt al 20 jaar als ontwikkelingstherapeut bij Visio. Zij leest de kinderen op haar groep veel voor om te werken aan taalbegrip, wereldoriëntatie en het ingaan op sociaal-emotionele aspecten. Wat ze miste in de bestaande boeken was de herkenning voor de kinderen met betrekking tot hun visuele beperking. Daarom besloot ze vanuit haar ervaring deze verhalen te schrijven: Een klas vol glas.
Visuele beperking
In deze 25 verhalen neemt Roos ons mee naar haar nieuwe klas. Hier hebben alle kinderen een visuele beperking, soms in combinatie met een andere beperking. Hiermee zijn het verhalen, die voor deze groep kinderen veel herkenning en gespreksstof geven. Want juist in deze leeftijd word je je steeds meer bewust van het feit dat er verschillen zijn met andere kinderen, maar snap je het ook nog niet helemaal (de andere kinderen in mijn team zeggen dat ik het niet goed zie, waarom?! Ik zie toch gewoon alles?!).
Dagelijkse belevenissen
Tegelijkertijd is de visuele beperking voor de kinderen zelf vaak onopvallend aanwezig. De gewone dagelijkse belevenissen van een jong schoolkind staan voor hen voorop. En ondanks de aanpassingen die het soms vraagt, zijn die belevenissen herkenbaar voor alle kinderen, ook zonder beperking. Dat laatste maakt dit boek leuk om voor te lezen aan alle 4-7 jarigen, omdat het ook een tipje van de sluier oplicht over wat het betekent om als kind een visuele beperking te hebben.