Blog
Berthilde van der Zwaag
Auteur
Berthilde van der Zwaag waakte als verpleegkundige ’s nachts bij patiënten thuis. In die tijd studeerde ze theologie. Na haar afstuderen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, werkte ze als geestelijk verzorger in een algemeen ziekenhuis. Ook daar kwam ze met stervenden in aanraking. Momenteel is ze geestelijk verzorger in de eerste lijn. Haar ervaringen uit deze verschillende perioden en op deze verschillende plaatsen zijn bijeengebracht in dit boek
De dood nabij is het derde boek van Berthilde. In 2008 publiceerde ze Als Christus verschijnt, een bewerking van haar afstudeeronderzoek over de bewering van mensen in deze tijd dat Christus aan hen is verschenen. In 2018 schreef ze de roman In het hart van de storm, over het leven van Eliza, een vijfentwintigjarige man die ontdekt dat hij profeet wil worden.
Hiernamaals
‘Het hiernamaals is de grootst mogelijke kolder die ooit verzonnen is’, begint de 78-jarige man onmiddellijk als ik me aan hem heb voorgesteld als geestelijk verzorger. Hij heeft zojuist van de dokter gehoord dat hij niet meer lang te leven heeft, waarna de verpleging mij vroeg hem te bezoeken. Na deze kordate uitspraak geeft hij aan geen behoefte te hebben aan een gesprek, hij heeft niets met de kerk en gelooft nergens in, zegt hij. Ik leg uit dat ik niet namens een kerk kom en hem niet van iets probeer te overtuigen. Ik ben er om te horen hoe het met hem gaat, na de mededeling van de arts. Hij blijft bij zijn standpunt dat er niet over gesproken hoeft te worden, nu niet, later ook niet. Ik meld zijn reactie terug bij de betreffende verpleegkundige met de vraag om alert te blijven.
Meteen daarna ga ik naar de mevrouw voor wie ook gebeld werd. Ook zij is 78 jaar en heeft niet lang meer te leven. Ze zal naar een hospice gaan. Ze vertelt me haar levensverhaal waarin veel verdriet voorkomt. Het diepste dal was de periode nadat haar enige dochter tijdens de bevalling van haar vierde kind overleed. Mevrouw was zelf juist weduwe geworden en hielp haar schoonzoon met de opvoeding van de vier kinderen, waaronder de baby. Ook deze periode kenmerkt zich door verdriet en tegenslag. Nu ze aan het einde van haar leven is, is de gedachte dat ze na ruim twintig jaar weer met haar overleden dochter verenigd zal worden, haar troost. Ze vertelt hoe ze tot dat geloof is gekomen. Toen haar broer stierf, hij was geheel verlamd, reikten zijn verlamde armen omhoog en straalde zijn gezicht. Beschroomd zegt ze dat hij op dat moment zijn overleden kind moet hebben gezien.
“Toen haar broer stierf, hij was geheel verlamd, reikten zijn verlamde armen omhoog en straalde zijn gezicht.”
Een week later vertelt een jongere vrouw die een riskante operatie moet ondergaan een soortgelijk verhaal. Ze is zich ervan bewust dat de operatie mogelijk niet goed zal aflopen. Het doet haar veel verdriet dat in dat geval haar man en kinderen zonder haar verder moeten. Ook voor haarzelf is de gedachte heel verdrietig dan niet meer bij hen te zijn. Maar bang om te sterven is ze niet. Toen haar oude moeder stierf, een vrouw met diepe rimpels in haar gezicht, veranderde dat gezicht in dat van een jong meisje, glad en stralend. Ze blies haar laatste adem uit en was weg. Haar moeder moet toen iets of iemand hebben waargenomen. Het moet er heel mooi zijn. Met dit beeld voor ogen durft ze de operatie in te gaan.
Het hiernamaals, één van de thema’s in mijn nieuwe boek over de laatste levensfase, het sterven en de dood. Is de mens alleen een lichaam of meer dan dat? Blijft er iets over als de vitale functies van het lichaam ophouden hun werk te doen? Is er een ziel die ergens voortleeft, en waar is die plek?
In het najaar zal het boek op de markt komen. Ik beschrijf mijn ervaringen als verpleegkundige en reflecteer daarop vanuit mijn latere functie van geestelijk verzorger en de gedachten die opkomen nu ik zoveel meer ervaring heb, zowel in de omgang met zieken als in kennis over mezelf.
De dood nabij
De verhalen in dit boek geven een beeld van de laatste levensfase en het sterven. Ze laten zien waar
patiënten en hun naasten mee te kampen hebben. Op deze ervaringsverhalen volgt achtergrondkennis
en soms reflecties van de auteur op het eigen handelen nu ze zoveel meer ervaring heeft opgedaan.